- werkloos
- {{werkloos}}{{/term}}1 [niets doend] inactif 〈v.: inactive〉2 [zonder baan] en chômage♦voorbeelden:1 zijn tijd werkloos doorbrengen • passer son temps à ne rien fairewerkloos toezien • rester les bras croisés2 werkloze jongeren • jeunes sans-travailwerkloos zijn • être en chômage
Deens-Russisch woordenboek. 2015.